Langzame en snelle koolhydraten: wat is het verschil?
Geschreven door: Curalife Nederland
Dit is een informatiepagina. Curalife heeft geen producten die bestemd zijn voor deze toepassing.
Koolhydraten: een bron van energie
Koolhydraten zijn een belangrijke bron van energie voor je lichaam. Ze leveren brandstof voor je dagelijkse activiteiten, van wandelen tot sporten. Sommige koolhydraten worden sneller opgenomen door je lichaam dan andere. Dat heeft invloed op je bloedsuikerspiegel. In dit artikel lees je hoe dat werkt. Ook leggen we je uit wat de glycemische index is.
Wat zijn koolhydraten?
Koolhydraten zijn voedingsstoffen die je lichaam gebruikt om energie te krijgen. Er zijn verschillende soorten koolhydraten, zoals suikers, zetmeel en vezels. In je lichaam worden de meeste koolhydraten afgebroken tot glucose, een vorm van suiker. Die glucose wordt vervolgens opgenomen in je bloed en gebruikt om al je lichaamsdelen van energie te voorzien.
Sommige koolhydraten worden snel afgebroken en geven meteen energie, terwijl andere langzamer worden verteerd en daardoor geleidelijk energie afgeven. Dit verschil heeft invloed op je bloedsuiker en kan een rol spelen in je gezondheid.
Wat zijn langzame en snelle koolhydraten?
Langzame koolhydraten zijn koolhydraten die je lichaam langzaam verteert. Ze veroorzaken een geleidelijke stijging van de bloedsuikerspiegel en geven een langdurig vol gevoel. Dit komt doordat je lichaam langer de tijd neemt om deze koolhydraten om te zetten in glucose. Voorbeelden van langzame koolhydraten zijn volkoren producten, peulvruchten en sommige soorten groenten, zoals broccoli, paprika, spinazie en wortelen. Ze hebben vaak een hoge voedingswaarde en bevatten veel vezels, vitamines en mineralen.
Snelle koolhydraten worden daarentegen snel afgebroken en opgenomen in het bloed. Hierdoor stijgt je bloedsuikerspiegel sneller. Dit kan handig zijn als je bijvoorbeeld meteen energie nodig hebt, zoals tijdens het sporten. Maar te veel snelle koolhydraten kunnen je bloedsuiker snel laten pieken en daarna weer laten dalen. Dat kan klachten geven zoals vermoeidheid en weinig energie. Voorbeelden van snelle koolhydraten zijn witte pasta, witte rijst, snoep en frisdrank.
Wat is de glycemische index?
De glycemische index (GI) is een maat om te bepalen hoe snel koolhydraten worden afgebroken en als glucose in het bloed terechtkomen. De GI-waarde van een voedingsmiddel geeft aan hoe snel je bloedsuiker stijgt na het eten ervan. Hoe hoger de GI-waarde, hoe sneller je bloedsuiker stijgt.
De glycemische index is ingedeeld in drie categorieën:
-
Lage glycemische index (minder dan 55):
Voedingsmiddelen in deze categorie laten je bloedsuiker langzaam stijgen. Voorbeelden zijn peulvruchten, pasta, zuivel, en fruit zoals appels en sinaasappels. -
Matige glycemische index (tussen de 55 en 70):
Deze voedingsmiddelen laten je bloedsuiker iets sneller stijgen. Voorbeelden zijn couscous, muesli, en fruit zoals mango en ananas. -
Hoge glycemische index (meer dan 70):
Voedingsmiddelen in deze categorie laten je bloedsuiker snel stijgen. Voorbeelden zijn aardappelen, wit, bruin en volkoren tarwebrood, bewerkte graanproducten en rijst.
De GI kan beïnvloed worden door factoren zoals de bereiding van het eten, de rijpheid van fruit en combinaties met andere voedingsstoffen.
Wat is de glycemische last?
De glycemische last (GL) houdt in tegenstelling tot de glycemische index ook rekening met de portiegrootte die je neemt. Ook houdt de GL rekening met de hoeveelheid koolhydraten per portie. Producten met een hoge GI kunnen toch een lagere GL hebben, doordat je er maar een kleine portie van neemt of doordat er weinig koolhydraten in zitten. Zo heeft volkorenbrood een hoge glycemische index, maar een lagere glycemische last. In de praktijk is de GL beter toe te passen dan de GI.
Helpt de glycemische index om je bloedsuiker stabiel te houden?
Ja, de glycemische index kan helpen om je bloedsuiker stabiel te houden. Door te kiezen voor voedingsmiddelen met een lage GI kun je pieken en dalen in je bloedsuiker verminderen. Dit kan vooral belangrijk zijn voor mensen met (een hoog risico op) diabetes. Langzame koolhydraten, zoals die in voedingsmiddelen met een lage GI, zorgen voor een geleidelijke en langdurige energievoorziening, wat helpt om je de hele dag energiek te voelen.
Voedingsmiddelen met een hoge GI zijn niet per se slecht, maar je kunt ze beter met mate eten. Ook helpt het om ze te combineren met eiwitten en vetten, die de opname van suiker kunnen vertragen.
Onder wetenschappers bestaat discussie over het nut van de glycemische index. Ook is deze methode lastig toe te passen in de praktijk. Wil je een voedingspatroon met een lage GI volgen? Denk er dan eens over om naar een diëtist te gaan. Die kan je helpen om een voedingsplan te maken wat bij jouw behoeften past.
Samenvattend: kies bij voorkeur voor langzame koolhydraten en voedingsmiddelen met een lage tot matige glycemische index voor een stabiele bloedsuiker en langdurige energie.